Page 2
27
N I E U W S & A C H T E R G R O N D E N
i n t e g r a a l 2004.2
d e l f t
p.th.l.m. van woerkom
Dr. ir. P.Th.L.M. van Woerkom studeerde
Vliegtuigbouwkunde aan de TH Delft. Hij promoveerde
aan de Princeton University, USA. Daarna was hij werk-
zaam als hoofdingenieur bij het Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium (NLR) te Amsterdam en als
deeltijdhoogleraar aan de faculteit Luchtvaart- en
Ruimtevaarttechniek van de Technische Universiteit
Delft. Van Woerkom is momenteel universitair hoofddo-
cent bij de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme
Techniek van de TU Delft (technische mechanica - tribo-
techniek). Hij bekleedt een aantal bestuurlijke functies
binnen de International Astronautical Federation, IAF.
Uit “pure nieuwsgierigheid” begon hij een aantal jaren
geleden, “aangestoken door een persoonlijk gesprek met
Simon Wiesenthal””, in zijn vrije tijd een onderzoek naar
de geheime activiteiten van de voormalige Delftse hoogle-
raar Jan Uytenbogaart.
Deskundig,
heldhaftig en
vergeten
De V2 en het dubbelleven van prof. J.W.H.Uytenbogaart
Op 8 september as. is het zestig jaar geleden dat de eerste Duitse V2-raketten uit de omgeving van de
Haagse Konijnenlaan werden afgevuurd op Londen. Dat was het begin van een luchtoorlog die vanaf de
herfst van 1944 zeven maanden zou duren en die zijn weerga in de geschiedenis nauwelijks kent. Meer
dan duizend V2’s werden uiteindelijk vanaf bezet Nederland afgeschoten richting Engeland. Een van de
eerste “Vergeltungswaffe Zwei” ofwel V2-raketten stortte neer op de Londense wijk Chiswick. Britten en
Nederlanders zullen in Den Haag en Wassenaar komend najaar uitgebreid – en voor het eerst gezamen-
lijk - deze oorlogsgebeurtenissen herdenken.
Nauwelijks bekend is dat een belangrijke rol in het verzets- en inlichtingenwerk rond de V2 werd vervuld
door de Delftse hoogleraar in de scheikunde, prof. dr. ir. Jan W. H. Uytenbogaart. Met gevaar voor eigen
leven verzamelde hij via zijn huis in Wassenaar informatie over de V2 en gaf die via de illegaliteit onmid-
dellijk door naar ‘Londen’.
Uytenbogaart was in de jaren dertig al op de hoogte van Duitse raketexperimenten in de buurt van zijn
toenmalige woonplaats Berlijn. Die wetenschap vormde het begin van zijn interesse in de raketvoortstu-
wing. Die belangstelling zou zijn leven spoedig op dramatische wijze beïnvloeden.
Nieuw hoofdstuk uit het onbekende verzetswerk van voormalige Delftse studenten en hoogleraren.

Page 3
28
N I E U W S & A C H T E R G R O N D E N
i n t e g r a a l 2004.2
d e l f t
Op 7 december 1964 overleed in zijn woonplaats
Wassenaar prof. dr. ir. Johannes Wilhelmus Huybert
Uytenbogaart, als gevolg van een infectie opgelopen in
een Aziatisch land. Hij werd 67 jaar. Bij het afscheid op
de begraafplaats Westerveld waren veel gasten van
overheid en industrie samengestroomd; toespraken vol
lof werden gehouden. Maar met zijn crematie leek de
kennis over de door Uytenbogaart steeds zo stil gehou-
den rol bij de dramatische gebeurtenissen in de Tweede
Wereldoorlog geheel in de vergetelheid te raken.
Het “In Memoriam” in TH Mededelingen van decem-
ber 1964 weet slechts van zijn reguliere werkzaamhe-
den aan de toenmalige Technische Hoogeschool in de
mechanische technologie. Pas nu, veertig jaar later, kan
een tip van de sluier over het verleden van deze onzelf-
zuchtige man worden opgelicht. Zelfs personen die
meenden de voormalige hoogleraar en BPM-topman
goed te hebben gekend, blijken verrast over de inmid-
dels an het licht gebrachte bevindingen. Uit Japan ligt
er zelfs een verzoek om een boek over deze chemicus en
geleerde te schrijven en in het Japans te vertalen.
Wie was Uytenbogaart en waarom is hij anno 2004 zo
onbekend?
Johannes Wilhelmus Huybert Uytenbogaart werd op 5
februari 1897 geboren te Utrecht. Zijn vader was elek-
trotechnisch en scheikundig ingenieur. Onder zijn
voorouders telde hij twee prominente schilders. Hij
volgde de HBS-opleiding in Den Haag, vervulde zijn
militaire dienstplicht en studeerde vervolgens schei-
kunde aan de toenmalige Technische Hoogeschool te
Delft in de periode 1916-1921. Daar studeerde hij met
lof af bij de bekende scheikundige prof. H. I. Waterman.
Reeds in 1920, nog vóór zijn afstuderen, was hij baas
van het laboratorium van de Staatsmijnen in Limburg.
In 1925 werd hij hoofd van het laboratorium van de
Nederlandse Kunstzijdefabriek ENKA. In 1929 promo-
veerde hij aan de TH Delft, op het onderwerp van de
colloïdale stofafzetting bij het “cracken”. Zijn promo-
tieonderzoek werd begeleid door prof. J. Böeseken, prof.
G.A. Brender à Brandis en prof. H.I. Waterman – grote
namen in die jaren. In 1930 vertrok hij naar Duitsland,
waar hij wetenschappelijk directeur werd van het
Forschungsinstitut van de Vereinigte Glanzstoff
Fabrieken te Teltow-Seehof bij Berlijn. Het was ook in
‘Ooit ga ik hem bouwen: een schaalmodel van de V2-raket.
Pas dan - als ik mijn V2-raket in de vuilnisbak heb gekieperd - is
mijn Tweede Wereldoorlog afgelopen.’
Wim de Bie (1939, Den Haag) – in Autobieografisch
de jaren dertig dat jonge ingenieurs in Duitsland als
hobby experimenteerden met raketvoortstuwing – en
het Duitse leger zag daarin mogelijkheden voor de ont-
wikkeling van grote raketten voor oorlogsdoeleinden.
Die - baanbrekende - technologische ontwikkeling
leidde tot de bouw van de A4- raket onder leiding van
de inmiddels wel bekende ingenieur Wernher von
Braun. In 1944 resulteerde dit tenslotte in de operatio-
nele inzet van de A4-raket, in die tijd door Goebbels
genoemd “Vergeltungswaffe Zwei” ofwel V2.
Uytenbogaart was in de jaren dertig op de hoogte van
raketexperimenten in de buurt van zijn woonplaats
Berlijn. Die vormden het begin van zijn interesse in de
raketvoortstuwing. Die interesse zou zijn leven spoedig
op dramatische wijze beïnvloeden.
Vanwege de oorlogsdreiging keerde Uytenbogaart in
1938 terug naar Nederland. Hij aanvaardde een aanstel-
ling bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij (BPM) te
Den Haag, een van de voorlopers van Shell. Twee jaren
daarna, in 1940, werd hij door de Bataafsche “uitge-
leend” aan TNO, om daar directeur van de Technische
Afdeling te worden. Bij TNO speelde hij een belangrijke
rol bij de coördinatie van de ontwikkeling van nieuwe
chemische producten waaraan in de oorlogsjaren groot
gebrek was, bij de opvang van ingenieurs die het gevaar
liepen in Duitsland te werk te worden gesteld, en bij de
definitie en begeleiding van studies die onder meer
leidden tot fabricage van gasgeneratoren voor auto’s,
carbidlampen en carbid-kooktoestellen en de bouw van
grasdrogerijen. Daarnaast werd Uytenbogaart directeur
van het Centraal Instituut voor de Industrialisatie
(CIVI) en adviseur van een aantal ministeries. In 1941
werd hij in Delft benoemd tot buitengewoon hoogle-
raar Mechanische Technologie, Afdeling Vezeltechniek.
Dubbelleven Wat niet of nauwelijks bekend lijkt,
ook niet aan de huidige TU Delft, is dat prof.
Uytenbogaart tijdens de Tweede Wereldoorlog een
dubbel leven leidde.
Vanuit zijn villa in Wassenaar was hij ook – en nog wel
uiterst actief - als wetenschapper bij het verzamelen,
analyseren, synthetiseren en verzenden van gegevens
van de V1- en V2-geheime terreurwapens van Hitlers
Derde Rijk.
De V1 was een door een straalmotor voortgestuwde,

Page 4
29
N I E U W S & A C H T E R G R O N D E N
i n t e g r a a l 2004.2
d e l f t
i n t e g r a a l 2004.2
d e l f t
fysische processen het functioneren en de prestaties
van deze bij de geallieerde strijdkrachten nog geheel
onbekende wapens te achterhalen. De door hem
gemaakte schetsen werden naderhand door enige ver-
trouwde tekenaars uitgewerkt, zonder die zelf precies
wisten wat de betekenis was van wat zij op papier zet-
ten.Ook verzamelde hij gegevens over de precieze start-
en opslagplaatsen, de aanvoerroutes, compleet met
dienstregelingen en de herkomst van de brandstof. Een
schare van actieve medewerkers stond hem hierin bij.
In de villa naast de zijne woonde een voor de Duitsers
werkende Nederlandse spion. Zelfs voor hem wist
Uytenbogaart zijn eigen onderzoekingen en de aard
van de bezoeken van zijn koeriers verborgen te houden.
Tijdens zijn verzetsactiviteiten liep hij voortdurend het
gevaar te worden verraden. Maar ook liep hij direct
fysiek gevaar doordat V2-raketten soms in zijn onmid-
dellijke nabijheid neerstortten, door de aanwezigheid
van op scherp staande munitievoorraden en door het
omgaan met nog niet ontplofte raketladingen.
Bovendien waarschuwden posters de bevolking dat het
ten strengste verboden was zich in de buurt van de lan-
ceerplaatsen op te houden of naar brokstukken te zoe-
ken, op straffe van executie. Alleen al in de groep van
Uytenbogaart lieten twaalf personen het leven als
gevolg van hun zoek- en verzamelacties.
Brokstukken Uytenbogaart stuurde documenten
en brokstukken van de Duitse geheime wapens naar
Londen. Een groot deel van dat materiaal had hij met
gevaar voor eigen leven, zelfs voor de ogen van de
Duitse bezetters, weggehaald en naar zijn woning
gebracht. Daar in zijn geheime zolderruimte bevond
zich ook zendapparatuur voor het doorgeven van mili-
taire informatie. (Voor deze communicatie stond hij in
contact met A.J. Houck van de Haagse inlichtingen-
groep “Packard”, die militaire gegevens van
Uytenbogaart doorseinde naar Londen.) Ook verrichtte
Uytenbogaart een deel van het werk op zijn laborato-
rium. Alle gegevens over de V-wapens werden per
micro-foto via Brussel doorgegeven. Ook buitgemaakte
brokstukken vonden hun weg naar Londen (via de
Eindhoven-route, door inmiddels al bevrijd
Nederlands gebied).Tegen het einde van de oorlog
kende Uytenbogaart de hele constructie van de V1 en de
Z Reconstructie van de Duitse V2-raket, opgenomen in het boek-
werk “Ballistics of the Future - V-weapons” van prof. J.W.H.
Uytenbogaart en dr. J.M.J. Kooy, inmiddels een collectors-item
(Haarlem 1946, uitg. Stam)
geleide vliegende bom (en daarmee de allereerste kruis-
raket); de V2 bestond uit een geleide raket met een
lengte van 14 meter en een gewicht van 13 ton.
Massavernietigingswapens Uytenbogaart ging
in op een verzoek van de Nederlandse regering in bal-
lingschap in Londen, die zich zeer bezorgd maakte over
de dreiging van een Duits offensief met geheime ver-
geldingswapens vanuit Nederland, met name vanuit
de omgeving van Den Haag, gericht op het bevriende
Londen. De Britse hoofdstad heeft indertijd, net als
Antwerpen, zeer te lijden gehad van de massale inslag
van V1- en V2- wapens. Deze - geheime - wapens waren,
in hedendaags spraakgebruik, waarlijk “weapons of
mass destruction”.
Bij een Engels tegenoffensief op 3 maart 1945 tegen
opslagplaatsen van de Duitse V2 in het Haagse Bos
werd door een misverstand in de vluchtnavigatie een
groot deel van het Haagse Bezuidenhout met de grond
gelijk gemaakt. Het bombardement door ‘bevriende’
strijdkrachten, met alleen al ruim 500 doden en mas-
sale verwoestingen, sloeg diepe wonden. Niet alleen
onder overlevenden en nabestaanden tot ver buiten
Den Haag; de verwikkelingen indertijd rond de V2 vor-
men ook anno 2004 nog steeds een thema dat velen
onder de Haagse bevolking bezig houdt.
Als eerste ter plekke Gegevens over de nieuwe
nazi-terreurwapens verkreeg prof. Uytenbogaart voor-
namelijk door te trachten als eerste aanwezig te zijn op
plaatsen waar zo’n wapen was neergekomen en daar
opmetingen en waarnemingen te verrichten.
Vervolgens voerde hij in zijn eigen geheime werkkamer
op de zolder van zijn Wasssenaarse woning nadere ana-
lyses uit en trachtte hij de resultaten van zijn bevin-
dingen te synthetiseren.
Uytenbogaart had koeriers die hem hielpen bij het ver-
zamelen van brokstukken van V1- en V2-systemen die
kort na de lancering weer neergevallen (en daarbij
veelal ontploft) waren. Zelfs onderhandelde hij per-
soonlijk met Duitsers om informatie te krijgen, met
gevaar voor eigen leven. Hij analyseerde de brokstuk-
ken gedeeltelijk thuis in een geheime zolderkamer (het
zogeheten “jodenkamertje”) en gedeeltelijk in zijn
laboratorium. Daar probeerde hij met zijn kennis van
z Kaartje van Den Haag, met daarop een aantal lokaties in dicht-
bevolkte stadsdelen waar de Duitse bezetters vanaf soms mobiele,
verrijdbare lanceerinstallaties V2-raketten afvuurden richting
Engeland.

Page 5
30
N I E U W S & A C H T E R G R O N D E N
i n t e g r a a l 2004.2
d e l f t
V2 en had hij alle tekeningen van de V2 in zijn bezit.
Elke tekening maakte hij aan de hand van zijn eigen
opmetingen en waarnemingen.
Het B.I. (Bureau Inlichtingen der Nederlandschen
Regering) te Londen gebruikte ook contacten en infor-
matie uit Uytenbogaarts Berlijnse periode om een
Duits spionagenetwerk (inzet van Duitse dienstboden
voor spionage bij vooraanstaande Nederlandse fami-
lies) te identificeren. De leider ervan werd het land uit-
gezet.
Uytenbogaart stond in verbinding met de
Inlichtingengroep “Packard”. Zijn informanten en koe-
riers behoorden voor een groot deel tot die groep. Ook
verstrekte hij farmaceutische gegevens en medische
gegevens voor deze inlichtingengroep (via zijn contact-
persoon A.J. Houck).
Informatie verzond Uytenbogaart op verschillende
manieren. Radioberichten via eigen radio en via de
groep “Packard” met A.J. Houck, naar Londen; micro-
foto’s via koeriers naar Brussel en van daar naar
Londen; en buitgemaakte en vervolgens geanalyseerde
brokstukken van V1 en V2 wapens gingen via koeriers
naar Eindhoven en van daar naar Londen.
Een academisch getint, nauwkeurig maar ook goed
leesbaar verslag van een deel van zijn geheime waarne-
mingen, opmetingen, analyses en syntheses, aangevuld
met theoretische onderzoekingen van de latere hoogle-
raar bij de KMA prof. ir. dr. Johan M.J. Kooy, publi-
ceerde hij kort na de oorlog in het boek “Ballistics of
the Future”. De tekeningen van de terreurwapens die
zijn opgenomen in “Ballistics of the Future” (gepubli-
ceerd in 1946) waren tijdens de oorlog door
Uytenbogaart gemaakt en door zijn vertrouwde teke-
naars nader uitgewerkt. Het boek is in vele talen ver-
taald, waaronder het Russisch. De inmiddels zeer kost-
bare uitgave wordt nog steeds met regelmaat en als
“baanbrekend” in publicaties geciteerd.
Meer dan excellent Uytenbogaart, zo kan wor-
den vastgesteld, onderscheidde zich in de periode 1940-
1945 op diverse manieren:
- hij verrichtte uniek verzetswerk, waarbij hij de cen-
trale figuur van het netwerk voor wetenschappelijke
en operationele spionage van de V1 en V2 wapens in
de Haagse regio was;
- hij verrichtte dit werk op rustige doch roekeloos lij-
kende wijze, met groot gevaar voor eigen leven;
- zijn werk had de aard van pionierswerk, gericht op de
urgente analyse en synthese van schaarse gegevens
over Duitse terreurwapens, die voor de geallieerden
toen nog volkomen onbekend of zelfs ongeloofwaar-
dig waren, en waaronder Antwerpen en Londen
inmiddels op dramatische wijze leden;
- hij verrichte méér dan excellent onderzoek. Hij stelde
zijn onderzoekscapaciteiten met gevaar voor eigen
leven in dienst van de geallieerden. Niet alleen ver-
zette hij zich principieel tegen de Duitse bezetter; hij
gebruikte al zijn aanzienlijke wetenschappelijke,
technische en organisatorische talenten om een
urgente en unieke bijdrage te leveren aan de oorlogs-
inspanningen van de geallieerden;
lawless are they that make their will their law
- Shakespeare
Wapens voor massavernietiging: illustratie op de introduc-
tiepagina van “Ballistics of the Future”, met een motto van
Shakespeare.

Page 6
31
N I E U W S & A C H T E R G R O N D E N
- zijn publicatie (met de latere prof. Kooy) over het
verrichte onderzoek was een belangrijke bron van
informatie ten dienste van de latere wereldwijde ont-
wikkeling van raket- en ruimtevaartonderzoek;
- alhoewel hij door Koningin Juliana (in 1951) onder-
scheiden werd met de hoogste orde voor een moedige
en beleidsvolle verzetsdaden, liet hij zich daar op geen
enkele wijze op voorstaan. Een foto van die ceremonie
op het paleis in Amsterdam, geplaatst op de vleugel in
zijn villa in Wassenaar, was de enige stille aanwijzing
die een bezoeker hierover zou kunnen opmerken.
Uytenbogaart had de scherpte van geest, de discipline
van zwijgzaamheid, en het geluk, om de Duitse contra-
spionage vóór te blijven en zo de oorlog te kunnen
overleven. Na de oorlog zette hij zich in voor de her-
industrialisatie van Nederland. Uytenbogaart heeft
weinig ophef gemaakt over de waarde van zijn verzets-
werk. Zelfs zijn directe collega’s waren er nauwelijks of
helemaal niet mee bekend. De geleerde had niet de
behoefte om ermee te “scoren”. Hij achtte het beneden
zijn waardigheid, zijn verzetswerkzaamheden onder de
aandacht van het Nederlandse publiek te moeten bren-
gen.
Voor zijn verzetsdaden ontving hij twee onderschei-
dingen, een wetenschappelijke en een koninklijke:
- Fellow of the British Interplanetary Society (1946);
Drager van de Orde van de Bronzen Leeuw, voor ver-
zetsdaden, hem toegekend bij Koninklijk Besluit 141
249-24 d.d. 14 december 1949. De uitreiking ervan door
koningin Juliana vond plaats in het Paleis op de Dam,
Amsterdam, op 28 februari 1951. De Orde van de
Bronzen Leeuw wordt toegekend “ter erkenning van
het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle
daden in de strijd tegenover de vijand ...” Opvallend
was dat hier een militaire dapperheidonderscheiding
werd toegekend aan een burger.
De volledige tekst van het advies van de Minister van
Oorlog en van de Minister van Marine aan koningin
Juliana van eind november 1949 over toekenning van
de Orde van de Bronzen Leeuw aan “de Heer Prof.Dr.Ir.
Johannes Wilhelmus Huybert Uytenbogaart” luidde:
“Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige
en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand
onderscheiden door sedert 1940 in bezet Nederland op
te treden als één der voornaamste medewerkers van een
inlichtingengroep, welke groep later uitgroeide tot één
van de belangrijkste bronnen van militaire berichten.
In het bijzonder door zich bijzonder verdienstelijk te
maken door het, en zulks meerdere malen, met de
grote risico’s daaraan verbonden, persoonlijk waarne-
men, opmeten, en bestuderen van de vijandelijke V-
wapens. Er zorg voor te dragen dat de uitkomsten van
zijn verkenningen en van zijn diepgaand wetenschap-
pelijk onderzoek, evenals mededeling van de afvuur-
plaatsen van de V-wapens en van de aanvoer van het-
geen benodigd was, ter kennis kwamen van de
Geallieerde legerleiding zodat deze tijdig over de zo
zeer begeerde technische gegevens betreffende deze vij-
andelijke raketprojectielen kon beschikken en tot het
bestrijden er van ter plaatse kon overgaan.
Door dit optreden zeer belangrijke diensten te bewij-
zen aan de Geallieerde oorlogvoering en de
Nederlandse Regering.”
Soldaat van Oranje Het is hier wellicht ook
opportuun om nog te verwijzen naar wat dr. J.M.
Somer schreef over het werk van de door hem geleide
“Bureau Inlichtingen der Nederlandse regering” te
Londen, in de jaren 1943 - 1945. In zijn boek beschrijft
Somer eerst de emoties, de pioniersgeest en de harts-
tocht van de eerste lichting geheime agenten, onder
wie de vermaarde “Soldaat van Oranje”, mr. E.
Hazelhoff Roelfzema. Door interne tegenstellingen,
gebrek aan leiding en succes van de Duitse contraspio-
nage werd door de Nederlandse regering te Londen
besloten het vaderlandse inlichtingenwerk rigoureus
te reorganiseren en daarbij de heersende nadruk op
“branie” te vervangen door nadruk op “brains”.
In deze nieuwe fase van verzetswerk (die van start ging
eind november 1942) speelde onder meer het “Packard”
inlichtingen- en verbindingsnetwerk een belangrijke
rol. Deze groep werd zeer effectief aangestuurd en
bevoorraad door de “vierde” geheim agent Pierre-Louis
baron d’Aulnis de Bourouill - een van de meest effec-
tieve Nederlandse geheime agenten. Prof.
Uytenbogaart werkte samen met de Packard-groep.
Somer schrijft over Uytenbogaarts werk:
“Bovendien was in de [Packard-] groep een Delfts pro-
fessor aanwezig, die een intensieve studie maakte van
de V-wapens. Alle bijzonderheden werden met
bekwame spoed door de Packard-groep naar Londen
geseind. Deze bescheiden professor, die de schrik van
Wassenaar en omgeving als een schaduw volgde, heeft
zich door zijn onverdroten en bekwame werk bij de
Britten een zeer dankbare naam verworven. Hij speelde
het klaar om uit brokstukken van bij mislukte afschie-
tingen gebarsten projectielen een complete V1 te const-
rueren, welke direct na de bevrijding aan de verbaasde
Britse intelligence kon worden vertoond. Dat was klas-
sewerk .....
En daarom is het goed dat deze harde, doch stille wer-
kers - ... [hier wordt ook Uytenbogaart met name
genoemd].... eens voor het voetlicht van het
Nederlandse volk worden geplaatst. Zij hebben in stilte
gewerkt, zo stil, dat de vijand praktisch geen vat op de
Packard-groep kreeg. Terwijl anderen klappen kregen,
.... leverden [zij] prestaties welke uniek genoemd
mogen worden in de oorlogsintelligence”.
Uytenbogaart overleed op 7 december 1964.
Zijn lichaam werd gecremeerd te Westerveld, gemeente
Velsen. Daarbij waren velen aanwezig. Toespraken wer-
den gehouden door onder anderen ir. L. Schepers (lid
van het Directorium van de Koninklijke Shell-groep)
met verwijzingen naar Uytenbogaarts verzetswerk,
door een vertegenwoordiger van TNO, door
Uytenbogaarts vriend de schrijver Leonard Huizinga,
en door ing. R. Luijendijk - medefirmant van het N.V.
Industrieel Liaison Bureau.
Ir. Schepers stelde in zijn toespraak dat Uytenbogaart
bij TNO belangrijk wetenschappelijk en organisato-
risch werk had verricht, “rechtstreeks in dienst van ons
land, zijn behoud en zijn toekomst”. Ook vertelde
Schepers bij die gelegenheid dat Uytenbogaart bij TNO
gebruik maakte van de mogelijkheid om Shell-mede-
werkers “in bescherming te nemen.”
Enkelen van degenen die Uytenbogaart persoonlijk
kenden zijn thans nog in leven.
Zij spreken, zonder uitzondering, met achting en affec-
tie over deze opmerkelijke, hoffelijke, onzelfzuchtige
Koningin Juliana onderscheidt prof. J.W.H. Uytenbogaart met de
Bronzen Leeuw wegens betoonde heldenmoed tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Amsterdam, Koninklijk Paleis, 1951.
en gereserveerde man. Door zelf te zwijgen over zijn
buitengewone prestaties tijdens die chaotische en
levensgevaarlijke oorlogsjaren (zelfs zijn secretaresse
bij BPM in de periode 1946-1957 was niet van zijn ver-
zetswerk op de hoogte), door met uitzonderlijke
scherpte van geest arrestatie en executie te hebben
kunnen ontlopen, door zorgvuldig de publiciteit te ver-
mijden, heeft de Delftse gemeenschap Uytenbogaart
niet kunnen herkennen als een ingenieuze, produc-
tieve, en heldhaftige spil in het verzet in Nederland.
Toen in de jaren ‘50 straten in de Wippolder - de
nieuwe toenmalige TH-wijk - naar Delftse verzetsmen-
sen werden vernoemd, is Uytenbogaart niet als primus
inter pares in beschouwing genomen. Immers, men
wist weinig van zijn verzetswerk en bovenal: de chemi-
cus en voormalige hoogleraar was niet vermoord of
omgekomen – het tragische lot dat zijn latere collega’s
prof. Schoemaker en prof. Mekel in de Duitse nazi-
kampen trof - maar Uytenbogaart had weten te overle-
ven.
En straten worden, in beginsel, nu eenmaal niet ver-
noemd naar de nog levenden…
Verdienen Delft, of wellicht Den Haag, niet alsnog een
Uytenbogaart-straat?
Het is in ieder geval te hopen dat de tijd komt dat het -
begrijpelijke - ontbreken indertijd van tekenen van
respect en waardering voor prof. Uytenbogaart wordt
gecompenseerd.
Voor meer informatie, zie:
‘Re-engineering the Vengeance weapons – a memoir on Jan
W.H. Uytenbogaart’, door Paul van Woerkom. 54th
International Astronautical Congress, Bremen, 2003,
confer.paper AC-03-IAA.2.1.06. www.vlug.net/v2platform